De zandgrond waarop wij telen is gevoelig voor uitspoeling en droogt onder warme omstandigheden snel uit. Vooral de stukken die een tijdje zwart/ niet beteeld zijn. Bij de traditionele manier van werken waarbij in het voorjaar mest wordt uitgereden en wordt ondergewerkt waarna er tijdens het teeltseizoen verschillende grondbewerkingen gedaan worden, waarna de grond kaal blijft, gaat de bodemvruchtbaarheid achteruit.
Door het gebruik van groenbemesters ligt de grond niet meer braak, de groenbemester neemt voedingsstoffen die anders misschien zouden uitspoelen op, zoals stikstof en Kali. Door de wortelvorming tijdens de ontwikkeling van het gewas wordt het bodemleven gestimuleerd waardoor de bodemvruchtbaarheid toeneemt. De bovengrondse delen van de groenbemester voorkomen direct zonlicht op de bodem zodat extra afbraak van organische stof wordt voorkomen. Afhankelijk van het type groenbemester kunnen er veel insecten aangetrokken worden die een nuttige werking in de hele tuin kunnen hebben. Tijdens de groei van de groenbemester wordt er zowel boven- als ondergronds massa gevormd waarin veel stoffen zijn vastgelegd in de vorm van o.a. eiwitten en koolhydraten. Al die stoffen komen na het maaien en inwerken weer ten goede aan het bodemleven en het volggewas.
Eerder onderzoek wijst uit dat een mengsel van groenbemesters beter werkt dan een enkele soort GBM. Zo is er minder kans dat een van de schadelijke aaltjes dominant kan worden.
Ben je geïnteresseerd in de opzet van het experiment? Binnenkort zal hier de opzet van het experiment gedeeld worden.
Na afloop van het seizoen worden de resultaten van het experiment hieronder gepubliceerd.